vrijdag 22 september 2023

Interview Luc Vos

 Maak kennis met... Luc Vos



Laat ik beginnen met dat dit interview al veel te lang ligt te wachten tot het eindelijk geplaatst zou gaan worden, maar vandaag is het dan zover. De eerste mannelijke auteur die ik mocht interviewen. Maak kennis met Luc Vos.

Vlaamse schrijver Luc Vos is al heel wat jaren bezig met schrijven, hij begon met het schrijven van fantasy boeken en heeft inmiddels al vele boeken op zijn naam staan in diverse genres. Sinds hij de overstap heeft gemaakt naar de spannende verhalen is zijn naam geen onbekende meer in boekenland, zijn thrillers krijgen enthousiaste recensies. Al moet ik tot mijn schaamte wel eerlijk bekennen dat ik zelf nog geen kennis heb gemaakt met zijn schrijfwerk.
In juni verscheen zijn nieuwste thriller Paternoster bij uitgeverij LetterRijn.

Interview
Ter gelegenheid van zijn nieuwste boek Paternoster mocht ik Luc wat vragen stellen. Lees met me mee...

- Kun je ons iets meer over jezelf vertellen? Wie ben je? Waar kom je vandaan? Wat zijn je hobby’s?
Ik werd zo’n 54 jaar geleden geboren in het Belgisch Limburgse Schakkebroek (Herk-de-Stad) als vierde kind in een gezin van zes. Ik groeide op op een boerderij, het buitenleven en het harde werk is er met de paplepel ingegoten. Zeker toen mijn vader ziek werd (ik was 12) en mijn moeder de boerderij en een gezin van zes kinderen (bijna) alleen moest beredderen. Ze kreeg veel hulp van broers en schoonfamilie, maar het was toch niet gemakkelijk voor haar. We hielpen waar we konden, een mix van werken en studeren en braaf zijn en hadden toch een heel fijne jeugd.

Na mijn middelbare studies in Herk-de-Stad studeerde ik verder aan wat nu gekend is als Universiteit Hasselt (toen EHL in Diepenbeek, Master Handelswetenschappen) en ging nadien op zoek naar werk, wat ik vond in Sint-Stevens-Woluwe (Zaventem). Het was elke dag een hele trip, maar ‘in die tijd’ was Brussel nog bereikbaar, vandaag is het dat heel wat minder.

Een paar jaar later leerde ik ook mijn vrouw kennen, die geboren en getogen was in Heultje (Westerlo) en daar niet weg wilde gaan. Toen we dan ook tot het besef kwamen dat we bij elkaar wilden blijven (en daar kregen we nog geen spijt van ☺ ) ben ik naar Heultje verhuisd, waar ik nu al 27 jaar woon met mijn vrouw. Lange tijd ook met onze zoon, maar die is sinds zijn studies in Antwerpen blijven plakken.

Mijn hobby’s zijn, hoe kan het anders: schrijven. In alle vormen en maten. Maar ook sporten (ik probeer (met de nadruk op probeer) drie keer per week te gaan hardlopen, al lukt dat de laatste tijd door werk en ‘andere hobby’s’ niet genoeg. Plan is om dit na de zomer terug op te starten, zodat ik volgend jaar opnieuw de 10 miles in Antwerpen kan lopen, een wedstrijd die ik dit jaar voor het eerst in lang heb moeten laten passeren. Daarnaast is wandelen met onze Jack Russel Max een dagelijkse bezigheid en proberen we zoveel mogelijk van de wereld te zien. We hebben al heel wat mogen reizen en we gaan dat blijven doen.

- Wilde je altijd al schrijver worden?
Ik schreef al heel regelmatig tijdens mijn lagere schoolstudies. ‘Opstellen’ of ‘verhandelingen’ schreef ik graag en met redelijk succes. Ook schreef ik als kind al gedichten. Ik zou ze opnieuw moeten bovenhalen (ik heb ze nog ☺) en vergelijken met wat ik nu schrijf, maar ik durf het niet goed 😉
Het heeft er altijd wel wat ingezeten, het is lange tijd door te veel werk en huisje, tuintje en kind op de achtergrond geraakt, maar zit nu weer helemaal op de voorgrond. Soms iets te veel, maar ik probeer de diverse ballen allemaal in de lucht te houden.

- In 2022 maakte je thrillerdebuut met Zeven, hoe ben je van fantasy bij thrillers terecht gekomen?
Omdat door het vele schrijven bleek dat het mij gewoon beter lag. Gaandeweg gingen de kortverhalen die ik schreef zich meer in het thrillergenre afspelen en bij schrijfwedstrijden bleek ook al snel dat als ik een thrillerverhaal schreef dat het gemiddeld veel hoger eindigde dan fantasy. De schrijfwedstrijd waar ik al het langste aan deelneem, is de Harland Award. Verder dan net geen top tien ben ik daar niet geraakt, terwijl mijn thrillerverhalen meerdere wedstrijden wonen.
Maar niet alleen het al dan niet kunnen winnen van schrijfwedstrijden was een bepalende factor, het ligt me gewoon ook meer. Het bouwen van werelden en universums is niet helemaal mijn ding. Als ik nu nog iets fantasy schrijf, is het meer horror of een spannend verhaal met een snuifje fantastiek, maar geen fantasy wereld vol elfen en trollen of met duizenden planeten in een ver universum. Wat niet wegneemt dat ik het wel graag lees en dat ook sci-fi echt wel een favoriet genre is qua lezen en films, maar iets minder om het zelf te schrijven. Al laat ik me er toch af en toe nog door verleiden en vind ik het zeker wel leuk. Fantasy en sci-fi zijn zeker niet afgeschreven, maar de focus ligt op thrillers.

- Je hebt al veel verschillende genres geschreven, fantasy, roman, jeugd, verhalenbundels en zelfs non fictie. Lange verhalen, korte verhalen. Wat vind je nu het allerleukste om te doen?
Dat is een moeilijke vraag. Kortverhalen schrijven is een stuk makkelijker. Soms begin ik eraan na het werk en voor de avond om is, is het verhaal klaar. Dat is onmogelijk bij een volledige thriller. Daar moet ik tijd voor maken en weten dat ik er langere tijd echt mee bezig kan zijn. Beginnen, stoppen en herbeginnen overkomt me wel, maar is minder leuk, want dan moet ik altijd opnieuw beginnen om helemaal in het verhaal te geraken.
Aan de andere kant zijn langere verhalen of thrillers zeker zo leuk omdat je er veel meer in kwijt kan. Ingewikkelde plot twists of het uitwerken van relaties met al hun complexiteiten is onmogelijk in een kortverhaal.
Een antwoord dat dus wellicht tekenend is voor wie ik ben: een beetje van alles. Zoals ik vele soorten muziek graag hoor, vele soort films graag zie, schrijf ik ook heel graag verschillende soorten literatuur. Zolang ik maar met woorden mag ‘stoeien.’ Zoals ook gedichten of haiku’s heel leuk zijn om te doen.

- In juni 2023 verscheen je nieuwste thriller Paternoster. Het tweede deel van Anne Verelst, het vervolg op het succesvolle Zeven. Komen er nog meer delen van Anne Verelst?
Dat is absoluut het plan. Ik ben begonnen aan een nieuwe Anne Verelst thriller (werktitel: Het Woord) en het plan is om deze na de zomer naar mijn redacteur (Theo) te kunnen sturen om – als alles goed gaat – in het voorjaar van 2024 te verschijnen. Daarnaast heb ik nog een aantal ‘oudere’ verhalen liggen, met Anne Verelst in de hoofdrol, die ik opnieuw onder handen ga nemen en later wil publiceren. En heb ik – naast Het Woord – nog twee andere ideeën klaarstaan met Anne Verelst in de hoofdrol, dus er is nog veel op komst. En wellicht zullen er – voor die drie boeken geschreven zijn – nog wel wat ideetjes passeren ☺

- Hoe is het idee voor de verhaallijn van Zeven en Paternoster ontstaan? Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Het idee voor Zeven stond al een tijdje op een speciaal plekje in Ulysses (mijn schrijfapp). Het idee om iets met doodskisten te doen waar mensen in wakker werden, leefde al een tijdje en toen ik een nieuwe thriller wilde schrijven, was dat de aangewezen kandidaat. Zeven is mijn persoonlijk lievelingscijfer (geluksnummer) en de combinatie was snel gemaakt. De ideeën bleven komen en het eigenlijke verhaal was er op een goede week. Daarna is er nog heel wat aanvul- en verbeterwerk gebeurd, maar het kwam vanzelf.

Paternoster is ontstaan uit een novelle die ik een aantal jaren geleden schreef, voor de ‘Zwarte Sneeuw’ wedstrijd, die ik won met Noorderlichtvrouw. Paternoster won toen niet (er kon er maar een winnen), maar de jurycommentaar was bijzonder lovend, dus toen ik vorig jaar op vakantie op zoek was naar een basis om een nieuw boek te schrijven, was dit de ideale kandidaat. Het open einde dat er oorspronkelijk inzat, werd helemaal dichtgetimmerd en werd zo het volledige boek.

Inspiratie is overal, zeg ik vaak, en dat is ook zo. Toch voor mij. Ik word ongelooflijk en heel gemakkelijk (te veel volgens mijn vrouw 😉) getriggerd door alles wat er om mij heen gebeurt. Een idee, een beeld, een krantenartikel, een woord dat iemand zegt. Alles is genoeg om de basis te vormen van een nieuw verhaal. Soms heel kort, op wandel met Max, soms genoeg voor een heel boek.

- En vind je het zelf ook leuk om te lezen? Wat is jouw favoriete genre? Is dit ook het thriller genre? En wie is je favoriete auteur? Wie bewonder je om zijn of haar schrijftalent? En wie is jouw grote voorbeeld? Welke boek heb je het laatst gelezen? En wat is jouw lievelingsboek?
Ik heb vroeger heel veel gelezen, alles wat in de bibliotheek was te vinden in het dorpje waar ik woonde, werd verslonden. Ik mocht maar vijf boeken uitlenen per week, maar daar kwam ik geen zeven dagen mee toe. Ook later ben ik blijven lezen, met Stephen King, Isaac Asimov en Tolkien als mijn favoriete schrijvers. Ook Clive Barker met zijn Imagica heeft me doen dromen. Mijn eerste droomboek was echter 10000 mijlen onder zee van Jules Verne. Ik was helemaal ondersteboven toen ik dat boek had uitgelezen. Dat is mijn favoriete boek, samen met de eerste drie delen van The Foundation van Asimov en De Donkere Toren serie van King. De manier waarop Stephen King zijn personage Roland laat dolen en zoeken, is magistraal. Zoiets zou ik ook ooit willen schrijven, maar ik weet niet of me dat ooit lukt.

- Was het lastig om een uitgever te vinden?
Stoute schoenen helpen ☺ De zoektocht is niet eenvoudig geweest en er waren zeker wat struikelblokken onderweg, maar begin vorig jaar wist ik dat Theo Van Rijn (van uitgeverij LetterRijn) in Antwerpen aanwezig zou zijn op de boekvoorstelling van een van de boeken van Johnny Bollé. Het was nog volop Coronacrisis, dus ik toog daar naartoe met mijn mondmasker op. Ik kende Theo al via Facebook en na de voorstelling schuifelde ik verlegen naar hem toe en begon ik een praatje. Dat ging heel vlot (Theo is een bijzonder aardige man) en op het einde vroeg ik of ik hem een manuscript mocht toesturen. Dat mocht en de rest is geschiedenis. Hij vond het goed, zijn proeflezers vonden het goed en mits wat aanpassingen en over weer sparren, zag ZEVEN negen maanden later het levenslicht. Ik blijf het een ongelooflijk fijn verhaal vinden hoe dit allemaal op zijn plek is gevallen.
Uiteraard hielp het dat ik al heel veel schreef voordien en heel wat finaleplekken haalde (of podium) bij diverse schrijfwedstrijden. Dat helpt bij de bekendheid en geeft ook aan dat het schrijven wel lukt.

- Wie is jouw favoriete personage uit Paternoster?
Dat zal toch zeker Anne Verelst zijn. Een dame waar ik me voor een stuk mee associeer, al kan Jean Martens ook op heel wat sympathie rekenen. En Marie is natuurlijk de jonge spring in het veld, maar Anne en Jean zouden vrienden van mij kunnen zijn.

- Hoe lang ben je ongeveer bezig met het schrijven van jouw boeken? Hoe ziet jouw schrijfritueel eruit?
Het ritueel verschilt van boek tot boek. Bij kortverhalen is er soms een thema, dat is makkelijker en dan begint er snel iets te borrelen in mijn hoofd. Dat brouwsel wordt meestal vrij makkelijk iets meer gestructureerd en dan schrijf ik bijna altijd het verhaal in één keer uit. Zonder te letten op fouten of zinsconstructies. Het verhaal moet eruit en verbeteren komt later wel.
Bij boeken is het iets anders. Daar heb ik meestal een idee van hoe het verhaal moet verlopen en werk ik dat eerst uit. De diverse hoofdstukken worden gevormd, met een korte omschrijving wat er moet gebeuren, hoe gebeurtenissen elkaar opvolgen, wie wat gaat doen en hoe alles in elkaar valt. Als dat ongeveer duidelijk is, het plot zeg maar, dan begin ik de aparte stukken in te vullen. Maar ook dan verandert het plot nog vaak omdat ik tijdens het schrijven tot de vaststelling kom dat er ofwel iets niet klopt of iets ontbreekt, of dat het verhaal toch beter anders moet lopen. Het is nog nooit gebeurd dat een verhaal helemaal verliep zoals ik het origineel in mijn hoofd had, maar dat vind ik net het fijne aan het schrijven, dat ik zelf word verrast en dat ik ontdek wie wat gaat doen in het boek. Het verhaal dat met mij op de loop gaat, iets wat ik ook vaak van andere schrijvers hoor.
Qua duur, dat verschilt. Bij ZEVEN heb ik het eigenlijke verhaal, na het uitwerken van het plot, op één week geschreven. Nadien is het nog wel in omvang verdubbeld en zijn er nog wel wat wijzigingen gekomen, maar het verhaal zelf nam een goede week in beslag. Terwijl ik toen ook full time aan het werk was, dus enkel de avonden. Ik kan gelukkig heel snel blind typen, anders zou dat zeker niet mogelijk zijn. De grootste beperking is het typen, en dat gaat snel, bijna zo snel als het denken.

- Wat vind jouw omgeving ervan dat je schrijft? Een auteur haalt vaak overal inspiratie vandaan. Zijn ze stiekem niet een beetje bang om in jouw boeken te verschijnen?
Ze vinden dat heel fijn. Mijn vrouw en zoon geven me alle vrijheid en steunen mij, maar hebben mijn boeken nog niet gelezen. Ik plaag hen er dikwijls mee dat zij onderwerp van mijn boeken zijn, maar ze geloven het niet. Ik lach er ook dikwijls mee onder vrienden dat als ze niet opletten dat ze in mijn boeken komen, maar ik heb nog geen klachten gehoord dat iemand dat erg zou vinden. Als ik zeg dat ik de manier waarop mensen worden vermoord ook moet testen, zie ik soms wel terughoudende blikken, maar ik denk dat ze weten dat dat maar een grapje is. 😉

- Aan wie vertrouw jij jouw manuscript als eerste toe?
Dat verschilt, vroeger was dat mijn buurman en een goede vriendin, maar zij heeft geen tijd meer en mijn buurman kan het spijtig genoeg niet meer, dus is het nu eigenlijk mijn redacteur die het voor het eerst te zien krijgt. Maar zelf ga ik er wel heel vaak kritisch door. Ik zou een paar nieuwe proeflezers moeten zoeken, maar voorlopig lijkt het zo best te werken.  

- Je hebt als zoveel verschillende genres geschreven. Is er nog iets wat aan jouw schrijf wensenlijstje ontbreekt? Kunnen we nog iets anders van jouw hand verwachten?
Zoals ik ergens eerder al schreef, is het schrijven van een epos zoals The Foundation serie of De Donkere Toren serie ergens nog een stiekeme droom van mij, maar misschien blijft het wel een droom. Ik weet dat het creëren van al die werelden niet mijn sterkste kant is en misschien moet ik het zo laten, maar wie weet, ooit, als ik heel veel tijd heb.

- Paternoster is nog maar net verschenen, maar ik ga het toch vragen. Ben je stiekem alweer begonnen aan je volgende boek? Of borrelen er alweer nieuwe ideeën in je hoofd? Zo ja kun je misschien een heel klein tipje van de sluier oplichten?
Niet stiekem, al helemaal bezig J Het derde Anne Verelst is op komst, het plot is er – ook al zal dit ongetwijfeld ook nog wat wijzigen – en de eerste 13.000 woorden staan al op het virtuele papier. Ook een idee voor deel vier en deel vijf is er al, maar eerst dit deel afwerken.
Het verhaal gaat over een godsdienstfanaat die met de bijbel in de hand staat te prediken – Het Woord – maar die toch wel enkele duistere geheimen in zich verbergt. En misschien niet alleen hij.
Los daarvan staan er ook nog een aantal kortere dingen bij mijn uitgever op het programma, maar daarover later meer. En blijven er ook de schrijfwedstrijden waar ik aan mee blijf doen en waar ik hopelijk ook nog een paar finaleplaatsen mee kan scoren. Zodat de stapel publicaties kan blijven groeien en mijn naamsbekendheid nog wat wordt versterkt.

- Tenslotte; vertel ons, waarom ‘moet’ men jouw boeken lezen? Wat onderscheid jouw boeken van de rest?
Dat vind ik een moeilijke vraag. Wat ik van lezers hoor, is dat de verhalen bijzonder spannend zijn en dat ze de personages echt vinden. Niet de stoere, altijd koel blijvende sterke vrouwen of mannen die door niks omver te blazen zijn, maar mensen met echte gevoelens. Met echte angsten en twijfels. Die kwaad worden als het eens niet gaat, die huilen als ze op zijn. Ik denk dat dat een sterkte is.
Dat, samen met mijn geloof dat niets wit of zwart is, dat er altijd meerdere kanten aan een verhaal zijn, iets wat ik ook steeds probeer te belichten in mijn boeken. Waarom doet de dader wat hij doet? Is hij of zij echt zo slecht of zijn er redenen – geen excuses – voor zijn wandaden? Een opmerking die ik tijdens de voorstelling van Paternoster ook kreeg van mijn interviewer – die het boek al had gelezen – dat hij sympathie voelde voor de man die gruwelijke moorden pleegde. Niet omwille van de moorden, wel omwille van het waarom.
Ik denk dat dit mijn boeken echt maakt. (Als ik het zelf mag zeggen ☺ )


Bedankt Luc voor dit uitgebreide en leuke interview. En veel succes met al jouw schrijfwerk.

Liefs,
Kat

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dokters, diva's en driftbuien - Cynthia van de Velde

Titel:   Dokters, diva’s en driftbuien Auteur:   Cynthia van de Velde, Nanny op wereldreis deel 1 Uitgever:   MH Books Genre:   Feelgood rom...